Fleur van den Berg werkt aan het Hagelkruis in Cuijk aan enkele ingrepen in de buitenruimte rond twee flats van zeven verdiepingen. De flats zijn pas opgeknapt. Van den Bergs ingrepen zijn de afsluiting van dit renovatietraject.
In het recentere werk van Fleur van den Berg (Noordwijkerhout, 1972) lijken regels te gelden zoals in sprookjes of dromen. Uit een mensenhoofd groeien bomen. Of: een rode mensfiguur heeft het hoofd van een soort vis. Of: uit een buik steken twee benen. Het lijken scènes uit verhalen, geladen met een dubbele betekenis. Waar het gevaar opduikt en waar de redding, is nog niet helder.
Net na haar opleiding aan academies in Den Haag en Amsterdam maakte Van den Berg ander werk. Minder verhalend, meer gericht op materialiteit. ‘Het waren mooie dingen. Maar ik wilde meer vertellen over wat ik belangrijk vind,’ zegt ze. In het zoeken naar andere manieren van werken kwam haar focus te liggen op hoe mensen zich verhouden tot hun omgeving.
Fleur: ‘Als individu ben je heel klein en kwetsbaar in de grote machinerie van de wereld.’ Want de snelheid van de media om ons heen laat niet altijd ruimte voor fijnzinnigheid, zo stelt ze. Haar werk is daarom een oproep: ‘Ik hoop dat mensen goed kijken en niet klakkeloos aannemen wat ze denken te zien. Dat ze hun kijken scherpen en spelen met mogelijkheden. Want je weet soms gewoon niet wat waar is en wat niet.’
In de flats langs het Hagelkruis heeft Van den Berg een enquête en gesprekken gevoerd. Met de verhalen die ze vond heeft ze beelden gemaakt, die aan vogelhuisjes in bomen rond de flats worden bevestigd, ‘Het Fatrijsbos’ noemt ze dit. ‘Bomen, als symbool voor de kringloop van het leven. Met takken en wortels. En daarin de vogelhuisjes met figuratieve elementen.’ Zodat mensen kijken en zoeken naar wat er te zien is. ‘Ik zoek beelden die voor sommige mensen heel direct verbonden zijn met een persoonlijk verhaal, maar voor anderen ook een symbolische betekenis bieden.’
De oplevering staat gepland op 5 april 2013.